Onderwatergeluid Borssele
Onderwatergeluid tijdens de installatie van windparken op zee kan tot effecten leiden op het onderwaterleven. Om negatieve effecten te beperken zijn er geluidsnormen opgesteld. Deze normen zijn gebaseerd op de vermijdingsafstand van bruinvissen tot de heilocatie. In dit Wozep-onderzoek zijn meetgegevens verzameld om de voorspelde effecten op de bruinvispopulatie te toetsen en de onderzoeksmethode te verbeteren.
De geluidsnormen zijn gebaseerd op onderzoek dat is uitgevoerd in het Kader Ecologie en Cumulatie (KEC). Daarin zijn effecten op de bruinvispopulatie als gevolg van vermijding van heilocaties onderzocht. Onderzoekers maakten gebruik van drempelwaardes voor bruinvissen die in bassins zijn vastgesteld en door veldobservaties zijn bevestigd. Deze drempelwaardes zijn gebaseerd op breedband geluid, zonder de frequentieafhankelijke gevoeligheid van bruinvissen in de methodiek mee te nemen.
Vermijdingsafstanden en heigeluid
Deze gevoeligheid wordt gedeeltelijk uitgedrukt in een audiogram, waarin soortspecifiek wordt weergegeven hoe goed een diersoort geluid van bepaalde frequenties kan waarnemen. Dit is relevant, omdat het heigeluid voornamelijk laagfrequent is (<4kHz), terwijl bruinvissen juist hoogfrequent geluid (100kHz) goed kunnen horen. Het doel van deze studie is daarom onderzoeken of het aan te raden is om frequentieweging toe te passen bij het vaststellen van vermijdingsafstanden als gevolg van het geproduceerde heigeluid. En dus ook bij het vaststellen van de geluidsnormen tijdens de installatie van een offshore windpark.
Eind 2019 startte de bouw van het grootste offshore windpark in Nederland tot nu toe: het windpark Borssele. In dit windpark zijn in een periode van zo’n negen maanden funderingen geïnstalleerd door Blauwwind en Ørsted. Bij deze installatie zijn verschillende mitigerende maatregelen gebruikt om aan de gestelde geluidsnormen te voldoen. Denk aan dubbele bellenschermen (DBBC), Accoustic Deterrent Device (ADDs – een afschrikmiddel voor zeezoogdieren op basis van geluid) en aanvullende geluidsschermen (HSD, AdBM) rondom de fundering om verspreiding van geluid te beperken.
Soundtraps en CPODs
In dit project – uitgevoerd door WaterProof in samenwerking met Wageningen Marine Research – zijn op 16 locaties in en rondom het windpark meetstations geplaatst, waar met een combinatie van Soundtraps en CPODs het onderwatergeluid en de aanwezigheid van bruinvissen is gemeten.
Het uitvoeren van onderzoek in een offshore windpark is een grote logistieke operatie. In de eerste plaats is in overleg met Rijkwaterstaat en de Kustwacht uitgewerkt hoe de meetapparatuur goed en veilig geplaatst kon worden, rekening houdend met de scheepvaart.
Vervolgens is er samen met de Rijksrederij voor gezorgd dat zowel de ingezette schepen als de bemanning aan boord voldeden aan de strenge veiligheidseisen van Blauwwind en Ørsted. Door online trainingen en het volgen van projectinducties zijn de gehele bemanning en het onderzoeksteam gecertificeerd en goedgekeurd om in het windpark te mogen werken. Met dagelijkse centrale meetings met alle schepen die werkzaam waren in het gebied - gecoördineerd door het Marine Coordination Centre van Borssele – zijn werkzaamheden op elkaar afgestemd om het werk offshore soepel te laten verlopen.
De instrumenten zijn geplaatst in oktober 2019, enkele dagen voor de eerste fundering door Blauwwind werd geheid. Vanaf dat moment zijn alle stations maandelijks uitgelezen en onderhouden, waarbij vaartochten tot ongeveer 70 kilometer van de kust zijn gemaakt om de verst gelegen stations uit te lezen. Hoewel de gebruikte instrumenten langer dan een maand kunnen meten, kozen we voor maandelijks uitlezen om de kans op verlies van waardevolle meetdata te minimaliseren.
Zeven meter hoge golven
Toen storm Chiara in februari 2020 over de Noordzee raasde, bleek de ervaring van de dienst Vaarwegmarkering met de wijze van verankering op zee. Na vijf tot zeven meter hoge golven op de Noordzee waren de verwachtingen bij de uitleesronde gespannen. Er bleek geen enkel instrument of boei verplaatst of verloren te zijn gegaan. Een grondige voorbereiding zonder halve maatregelen betalen zich op zo’n moment uit.
Ondanks een periode in het voorjaar van 2020 waar het door de coronapandemie niet mogelijk was om uit te varen, hebben we in dit project een zeer grote hoeveelheid data verzameld. Naast het opgenomen heigeluid en de bruinvisaanwezigheid bevat de geluidsdataset van meer dan 20 terabyte ook een ontzettende hoeveelheid andere informatie. Zo kunnen we bijvoorbeeld de invloed van scheepvaart, golven en wind meenemen in de analyses. Ook speuren we nog naar de geluiden van de dwergvinvis die tijdens de meetperiode waargenomen is in het windpark.
In september 2020 zijn de metingen afgerond en zijn alle meetstations weer uit het water gehaald. In een vervolgproject worden de gegevens uitgebreid geanalyseerd om de effecten van gemitigeerd heigeluid op zeezoogdieren en de toepassing van frequentieweging te bepalen. Uiteindelijk proberen we zo de gestelde geluidsnormen te toetsen en te verbeteren.