Nieuw inzicht in trekgedrag van de ruige dwergvleermuis over de Noordzee
In een recente Wozep-studie hebben onderzoekers verrassende inzichten verworven over de herfsttrek van ruige dwergvleermuizen over de zuidelijke Noordzee. Zo zijn er significante patronen te herleiden in het trekgedag van deze zoogdiertjes. De studie levert daarmee waardevolle informatie op voor de ontwikkeling van windenergie op zee.
Voor hun vierjarige studie installeerden de onderzoekers akoestische meetapparatuur op dertien platforms op de Noordzee. Daarmee luisterden ze naar passerende ruige dwergvleermuizen tijdens hun trek over zee. Ruige dwergvleermuizen leggen grote afstanden af tussen gebieden in Noordoost Europa waar ze in de zomer verblijven en hun overwinteringsgebieden in Zuid- en West-Europa. De trek verloopt deels over land maar deels ook over zee. De diertjes kunnen daarbij hinder ondervinden of slachtoffer worden van het groeiende aantal windturbines op zee.
Patronen
De bevindingen benadrukken significante patronen in het trekgedrag van de vleermuizen. Ruige dwergvleermuizen voeren hun herfsttrek voornamelijk uit van medio augustus tot eind oktober. De piek van de trekactiviteit vindt plaats in september en oktober, met een afname richting medio november. Ook worden de vleermuizen vaker waargenomen voor de kust van Noord-Holland, en neemt het aantal registraties binnen het onderzoeksgebied af richting het noorden en zuiden. Wat verder opvalt is dat er een hogere activiteit op offshore structuren verder op zee is, vooral aan het begin van de nacht. Dit kan betekenen dat de ruige dwergvleermuizen daar rusten voordat ze hun nachtelijke trek hervatten. Dit gedrag draagt bij aan hun langere aanwezigheid op zee, vooral verder van de kust.
Windomstandigheden
De trekpatronen worden beïnvloed door windomstandigheden, zo laat het onderzoek zien. Vleermuizen geven de voorkeur aan meewind uit het oost-noordoosten, die hun trekvluchten vergemakkelijken. Er worden echter ook, hoewel in mindere mate, vleermuizen waargenomen in offshore gebieden bij tegenwind of zijwind, wat duidt op hun vermogen om te navigeren bij wisselende windomstandigheden.
Maanstand
Ook de maanstand beïnvloedt de aanwezigheid van vleermuizen. Tussen volle maan en het laatste kwartier registreert de studie minder vleermuizen, en vlak voor nieuwe maan is er een toename van activiteit. Mogelijk heeft dat ermee te maken dat vleermuizen vanwege predatierisico liever over zee trekken als het zo donker mogelijk is.
De studie werd uitgevoerd door Wageningen Marine Research (WMR), in opdracht van Wozep. Omdat vleermuizen een beschermde status hebben wordt er binnen het ecologische programma onderzoek gedaan om de mogelijke effecten van de aanwezigheid van windparken op zee in kaart te brengen. Met behulp van deze informatie kunnen er speciale voorschriften worden vastgesteld om vleermuisslachtoffers als gevolg van windenergie op zee te beperken. Er lopen nog meer onderzoeken om de kennis te vergroten en te verfijnen.
Meer weten?
Het rapport Spatiotemporal occurence of bats at the southern North Sea 2017-2020 (pdf, 4.6 MB) is nu te downloaden.
Een van de onderzoekers, Sander Lagerveld, vertelt in het NPO radio 1-programma Nieuws en Co van vrijdag 4 augustus over zijn bevindingen. Je kunt het fragment op radio 1 terugluisteren (0:38:50 min.)