Verslag Noordzeedagen 2025
Op 18 en 19 september 2025 vond in Egmond aan Zee de 28e editie van de Noordzeedagen plaats. Ruim 300 betrokkenen bij de Noordzee kwamen samen om te praten, leren en elkaar te ontmoeten.

De Noordzeedagen zijn hét jaarlijkse ontmoetingspunt voor iedereen die werkt aan de toekomst van de Noordzee. Ze zijn een gezamenlijk initiatief van vijf organisaties: NIOZ, Wageningen Marine Research, Deltares, Rijkswaterstaat en TNO.
Dit jaar lag de organisatie bij Deltares. Dagvoorzitter Esmée Mes (Deltares) leidde de deelnemers door een programma met lezingen, discussies en werksessies. Er was veel aandacht voor de uiteenlopende perspectieven op de Noordzee, met de liefde voor de zee als gemene deler.
In deze impressie volgt een selectie uit de bijdragen: van poëzie tot beleidskaders, van bezieling tot bodemberoering.
Noordzeedagen geopend met nieuwsgierigheid en poëzie
De Noordzeedagen werden geopend door Annemieke Nijhof, algemeen directeur van Deltares. Zij sprak de zaal toe over de vele perspectieven die samenkomen op de Noordzee: „Voor de één staat de Noordzee voor duurzame energie en natuur, voor een ander voor visserij en voedselvoorziening, terwijl voor weer anderen kustbescherming of scheepvaart voorop staat. Vaak zijn we er ongemerkt sterk van overtuigd dat de manier waarop wij naar de zee kijken de belangrijkste is.” Nijhof riep daarom op om met een open houding samen te werken. “Benader elkaar met nieuwsgierigheid naar andere perspectieven, en met nederigheid ten opzichte van je eigen overtuigingen. Wat ons bindt is de liefde voor de Noordzee, en vanuit dat gevoel en die verbondenheid moeten we het gesprek met elkaar aangaan.”
“We proberen alles uit te leggen, te modelleren en te voorspellen. Maar er is meer dan dat, iets diepers." Om dat gevoel te illustreren, las Nijhof een fragment voor uit een gedicht van Adriaan Roland Holst dat haar bijzonder dierbaar is:
„Gouden stille kusten en de zee nog blauw,
en de vele golven, die er spelen,
en die witte vlucht van vooglen - o, de vele
meeuwen zwevend door de zuiverende kou. (…)”
Met dit gedicht bracht ze hoofd en hart samen en gaf ze het officiële startsein voor de Noordzeedagen.
Keynote “Hallo, de Noordzee is hier”
Bioloog, ontdekkingsreiziger en schrijver Arita Baaijens begon haar lezing met de vraag: „Wie ervaart de Noordzee als een hoofdpijndossier, wie voelt vooral liefde voor de zee, en wie merkt dat die liefde in het werk vaak weinig ruimte krijgt?” Deze vragen markeerden de start van een diepgaande reflectie over hoe we met de Noordzee omgaan. Baaijens deelde haar ervaring van expedities in verre landen, waar mensen de natuur als bezield beschouwen. „In landen als Siberië en Mongolië hebben de bergen, de wind, de zee een ziel. Wij daarentegen zijn gewend om de natuur te reduceren tot cijfers en modellen, terwijl er zoveel meer is dan dat.” Ze verwees naar de antropoloog Wade Davis, die stelt: „De wereld waarin je geboren bent, is slechts één model van werkelijkheid.” Maar er zijn meer waarheden.
In ons systeem ordenen we de zee via feiten en woorden, maar wat als je redeneert vanuit de zee? De manier waarop je denkt, bepaalt ook de oplossingen. Als je praat over transitie, dan moet er ook iets veranderen in onze manier van denken en ons gedrag.
Baaijens introduceerde drie invalshoeken om recht te doen aan de zee: matterscape (het meetbare), powerscape (de grenzen en belangen) en mindscape (de herinneringen en emoties). Alle drie zijn nodig om de Noordzee volledig recht te doen.
In een laatste oefening vroeg Baaijens de zaal om technocratische woorden als „transitie” en „biodiversiteit” te vertalen naar de stem van de zee. Zo werd „transitie” vertaald als „niets zal hetzelfde zijn,” en „biodiversiteit” als „ik ben alles wat je hart ooit heeft gehad.”
Haar oproep: “Laten we vandaag met die bredere bril naar de Noordzee kijken en ons afvragen of we eigenlijk wel goede buren zijn van de zee.”

Keynote “Vier verbonden transities”
Joris Koornneef, wetenschappelijk coördinator bij TNO, is burgemeester van de Noordzee. “Ik breng wat er op de Noordzee gebeurt dichter bij het algemene publiek. Eigenlijk ben ik een soort Noordzee-spons. Je kunt me bellen en informatie uit me halen.”
Hij besprak de grote transities in de Noordzee:
- De natuurtransitie: de biodiversiteit staat onder druk. En waarom zijn de natuurreservaten op zee zo hoekig van vorm, terwijl de hele Noordzee natuur is?
- De energietransitie van olie en gas naar offshore wind. „In 2050 moet offshore wind bijna 300 terawattuur aan elektriciteit opbrengen, drie keer het jaarlijkse verbruik van Nederland,” zei Koornneef.
- De De afgelopen twee decennia is de omvang van de visserijvloot afgenomen. “De visserij voelt de gevolgen van de ruimtebeperkingen en de toenemende restricties.”
- De bescherming van kritieke infrastructuur door defensie. De Noordzee is een strategisch gebied voor kritieke infrastructuur, zoals gas- en olieplatforms, pijpleidingen en elektriciteitskabels.
Koornneef sloot af met een oproep: „Ik zou je willen aanmoedigen om een sessie te kiezen die buiten je eigen interesse ligt. Stap uit je bubbel en leer van andere mensen. We moeten samenwerken om deze grote transities samen te realiseren.”
Parallelsessie “Natuurversterking Noordzee”
Vera Banki (Rijke Noordzee), Oscar Bos (WMR), Christiaan van Sluis (Stichting Noordzee) en Sharon Tatman (Deltares)
De deelnemers aan deze sessie kregen een update over het programma Natuurversterking Noordzee, dat een jaar geleden werd gelanceerd. Het programma richt zich op het versterken van het Noordzee-ecosysteem en het herstel van kwetsbare soorten. Daarmee sluit het aan op beleidsmaatregelen zoals gebiedsbescherming en visserijbeperkingen. Het doel is dat er vanaf 2030 effecten kunnen worden gemeten.
Eco-analyse
De eerste stap was het in kaart brengen van de huidige staat van het Noordzee ecosysteem, de beschikbare kennis en de haalbaarheid van herstelmaatregelen. De nadruk voor maatregelen kwam op drie ecosysteemcomponenten te liggen:
- Vogels: verbeteren van het broedsucces van vogels (zoals de zilvermeeuw en de kleine mantelmeeuw) door het versterken van hun voedselaanbod.
- Vissen: herstel van paaigronden en opgroeigebieden voor vissoorten, met focus op de verbinding tussen verschillende visgebieden. Dit draagt bij aan de gezondheid van vispopulaties en de voedselketen.
- Benthos: herstel van oesterbedden en riffen, waarbij zowel geogene riffen (stenenstructuren) als biogene riffen (zoals oesters) worden hersteld om de biodiversiteit te versterken.
Het programma richt zich niet op plankton of grote predatoren. Plankton is moeilijk te sturen via maatregelen en grote predatoren worden verondersteld zich vanzelf te herstellen wanneer de andere componenten van het ecosysteem versterkt zijn.
De herstelmaatregelen zijn ingedeeld volgens Restoration Readiness Levels (RRL), een systeem dat het ontwikkelingsstadium van een maatregel volgt (van onderzoek tot uitrol). Het uiteindelijke doel is om de meest succesvolle maatregelen grootschalig te implementeren.
Projecten
In de vroege fase van het programma zijn kleine "no regretprojecten” gestart om kennisleemten op te vullen. Momenteel wordt er gewerkt aan zes grotere voorloperprojecten, die daarop voortbouwen. Een voorbeeld hiervan is Rif Herstel XL, waarin vijf rifprojecten zijn samengebundeld om “learning by doing” te bevorderen en effectievere herstelmethoden te testen.
"We zijn nu aan het werken om zes van deze zeven voorloperprojecten via maatwerk subsidies invulling te geven", zei één van de sprekers. Later gaan we werken aan de grotere subsidieregelingen en aanbestedingen."
Meer info: Natuurversterkingnoordzee.nl
Parallelsessie “Het aankomende programma van maatregelen voor de EU Kaderrichtlijn Marien”
Tina Kelder en Ilse van de Velde, ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenW)
„De Kaderrichtlijn Marien (KRM) bestaat achttien jaar en wordt dus volwassen,” opende Tina Kelder van het ministerie van IenW de sessie. Samen met haar collega Ilse van de Velde lichtte ze het aankomende Programma van Maatregelen toe.
De KRM is een Europese richtlijn met als doel een goede milieutoestand van het mariene milieu te bereiken en behouden. De richtlijn bestrijkt elf deelonderwerpen, van biodiversiteit tot chemische waterkwaliteit, en werkt in cycli van zes jaar: beoordeling, doelstelling, maatregelen.
Nederland werkt aan de actualisatie van het bestaande Programma van Maatregelen, dat eind 2027 moet worden vastgesteld. “We bouwen voort op deel 1,” aldus Kelder. “Liggen we op koers om de milieudoelen te halen, en zijn de meest relevante drukfactoren geadresseerd?”
Voor zeven thema’s liggen nu eerste ideeën voor aanvullende maatregelen op tafel, als startpunt voor gesprek. Hieronder een impressie, met enkele voorbeelden van besproken maatregelen:
- D2 Exoten. Ideeën zijn onder meer het aanwijzen van ‘no exchange’-gebieden voor ballastwater en strengere schoonmaakregimes in havens. Over dat laatste punt klonken vanuit de zaal zorgen over mogelijke schade aan inheemse soorten en het risico dat ‘de kwaal erger wordt dan het middel’. Ook werd gevraagd of er voldoende rekening wordt gehouden met natuurlijke verschuivingen door klimaatverandering.
- D5 Eutrofiëring. Met modellen wordt in kaart gebracht hoeveel nutriënten vanuit de rivieren in zee terechtkomen. Er ontstond discussie over de sturing op de nutriëntenhuishouding en plankton in de Noordzee.
- D6 Zeebodemintegriteit. Een maatregel is een verkenning naar de bescherming van zandkokerriffen. Dit leidde tot kritische vragen: “We weten waar ze liggen, wat moet er dan nog worden verkend?”
- D7 Hydrografische eigenschappen. Maatregelen kunnen bestaan uit een verbod op zandwinning in KRM-gebieden, en het bij vergunningverlening toetsen van activiteiten aan een drempelwaarde van 2% habitatverlies. De vragen richtten zich vooral op de moeilijkheid van het meten van cumulatieve effecten.
- D8 Vervuilende stoffen. Denk aan het terugdringen van chemische ladingsresiduen door scheepvaart. Vanuit de zaal kwam het verzoek om KRM en Kaderrichtlijn Water beter met elkaar te verbinden. “Laat de scheiding tussen land en zee los.”
- D10 Zwerfafval: Ideeën zijn onder meer het ondersteunen van kust- en riviergemeenten met zwerfafvalbeleid en het stimuleren van rookvrije zones op stranden. Dat laatste riep de discussie op hoe effectief dat is, en of je als overheid niet beter plastic filters kunt verbieden.
- D12 Onderwatergeluid. Groene certificering voor stillere schepen werd besproken. Voor impuls-geluid zijn normen vastgesteld, maar continu geluid van scheepvaart blijft lastig te beheersen.
In de komende maanden worden de ideeën verder opgehaald, getoetst en aangescherpt. Ook de inbreng uit deze sessie wordt daarin meegenomen.
Rode lijnen en discussiepunten
De Noordzeedagen maakten duidelijk dat samenwerking nodig is, maar dat meervoudig gebruik ook spanning oplevert. Dat werd zichtbaar tijdens de paneldiscussie, waar drie young professionals en drie ervaren experts met elkaar in gesprek gingen over de stelling: “Alles kan op de Noordzee, zolang we inzetten op multifunctioneel gebruik”.
In de werksessies en de posterpresentaties keerden enkele vragen steeds terug:
- Hoe verhoudt meervoudig ruimtegebruik zich tot de ecologische draagkracht van de Noordzee?
- Hoe kunnen veelbelovende pilots worden opgeschaald naar grootschalige toepassing?
- Hoe ga je om met de onzekerheden die alle transities met zich meebrengen, en welke keuzes kunnen niet langer uitgesteld worden?
- En hoe wordt de stem van jonge onderzoekers en professionals structureel meegenomen in beleid en praktijk?
Ook volgend jaar is iedereen van harte welkom, wanneer de organisatie in handen is van Wageningen Marine Research en het Delta Climate Centre in Vlissingen.
Keynote Joris Koornneef, tekening Wouter Boog
Keynote Arita Baaijens, tekening Wouter Boog
Parralelsessie Natuurversterking Noordzee, tekening Wouter Boog


