Interacties gebruiksfuncties
Een van de uitgangspunten van het Noordzeebeleid is meervoudig ruimtegebruik. Dit is ook een van de toetselementen (toets 2) van het afwegingskader. In de gebieden die zijn aangewezen voor activiteiten van nationaal belang geldt dat andere activiteiten dit gebruik van nationaal belang niet mogen belemmeren.
Vergunningverlening ruimtegebruik Noordzee
Een rechtmatig gebruiker van (een deelgebied van) de Noordzee heeft geen alleenrecht op het algehele gebruik van het desbetreffende gebied. Hij heeft alleen het exclusieve recht in het afgebakende gebied voor de activiteit waarvoor vergunning is verleend. Er is dus ruimte voor medegebruik mits de eerste initiatiefnemer daarvan geen onevenredige schade of hinder ondervindt. Nieuwe initiatiefnemers treden in eerste instantie in overleg met gevestigde initiatiefnemers om afspraken te maken over hoe de initiatieven naast elkaar zijn uit te voeren. In het verleden hebben bij trajecten voor planvorming en vergunningverlening soms al gebiedsprocessen plaatsgevonden in verband met interactie tussen gebruiksfuncties.
Interactie tussen gebruiksfuncties
De tabel geeft mogelijke interacties tussen de gebruiksfuncties weer. De bij de gebruiksfuncties opgenomen kaarten in geven enkele belangrijke interacties met andere functies ruimtelijk weer. Bij interacties van gebruik wordt altijd gestreefd naar meervoudig ruimtegebruik en afstemming met reeds gevestigde en mogelijk toekomstige belanghebbenden in de gebieden op zee. De ervaring leert dat deze vorm van planvorming voor de Noordzee goed werkt. De rijksoverheid hecht grote waarde aan het zoveel mogelijk in de voorfase afstemmen van de verschillende gebruiksfuncties in het gebied en houdt daar zoveel mogelijk rekening mee. De rijksoverheid als bevoegd gezag maakt namelijk altijd de uiteindelijke afweging, ook als de initiatiefnemers er in de voorfase onderling niet uitkomen.
De overheid beslist daarbij ook over de voorwaarden waaronder de initiatieven in hetzelfde gebied mogelijk zijn.