Community of Practice Multi Use Noordzee 2030
De Community of Practice Multi Use Noordzee 2030 blijkt een lerend netwerk dat het medegebruik op de Noordzee mogelijk wil maken. “Meervoudig gebruik van de ruimte is cruciaal om daadwerkelijk een duurzame blauwe economie op de Noordzee te kunnen realiseren,” stellen Nathalie Scheidegger van LNV en Nico Buytendijk van RVO, die de CoP onder de vlag van de Noordzeestrategie 2030 organiseren.
In 2050 zal een aanzienlijk deel van de oppervlakte van het Nederlandse deel van de Noordzee bedekt zijn met windmolens. Omdat de druk op de Noordzee steeds verder toeneemt, wordt er gezocht naar manieren om bijvoorbeeld windparken op zee te combineren met natuurherstel en voedselvoorziening. LNV pleit er zelfs voor dat natuur-inclusief bouwen als vereiste wordt opgenomen in de Wet windenergie op zee. Daarmee zou medegebruik van de windparken de drijvende kracht worden achter de drie transities op de Noordzee: die van energie-, voedsel & visserij- en natuur. Pilotprojecten bereiden deze manier van werken alvast voor.
De geboorte van een CoP
Tot eind 2018 was Nathalie Scheidegger projectleider van de ‘pilottafel Noordzee2030’. “Mij was gevraagd om te inventariseren welke concrete ideeën er in de praktijk bestaan over innovatieve pilots die de transities helpen realiseren. De inventarisatie was bedoeld om die ideeën vervolgens onderling te verbinden, en om te helpen om de pilots op zee te realiseren. Dit namens alle partijen die betrokken zijn bij de Noordzeestrategie 2030.”
Tegelijkertijd werd in 2018 het project North Sea Energy Lab (NSEL) afgerond. Dat project was gericht op georganiseerde samenwerking tussen verschillende Noordzee-stakeholders voor de ontwikkeling van windparken op zee. “Zonde om het NSEL-netwerk van samenwerkingspartners niet te gebruiken voor een vervolg”, dachten Nico Buytendijk (RVO) en Lodewijk Abspoel (IenW) toen. “We wilden het ondernemerschap op de Noordzee namelijk een kickstart geven.”
LNV en RVO vonden elkaar en besloten na de zomer van 2018 het NSEL-netwerk uit te bouwen tot een nieuwe CoP, gericht op meervoudig gebruik op en aan de Noordzee. Scheidegger: “Nog steeds onder de vlag van Noordzee2030 zijn we begonnen met het organiseren van fysieke bijeenkomsten, bedoeld om innovatieve kennis en praktijkervaring uit te wisselen. Dat bleek meteen een succes.”
CoP voorziet in behoefte
De CoP blijkt in een behoefte te voorzien, want sinds de oprichting in september 2018 is het netwerk verdrievoudigd. Er zijn inmiddels zes bijeenkomsten geweest om kennis en praktijkervaring uit te wisselen. “Maar de CoP is meer dan een reeks bijeenkomsten”, benadrukt Buytendijk. “Het gaat er nadrukkelijk om dat mensen elkaar kennen en elkaar weten te vinden. Ook buiten de bijeenkomsten.”
Het succes van de CoP blijkt ook wel uit de continuïteit ervan, juist in woelige tijden. In december 2018 werd de ontwikkeling van de Noordzeestrategie2030 en alle activiteiten die daarbij hoorden tijdelijk stopgezet. Dit vanwege het Noordzeeakkoord dat -onder leiding van OFL- eerst vorm en inhoud moest krijgen. Let wel: alle activiteiten, behalve de CoP. “Die werd voortgezet, omdat we de bijeenkomsten te belangrijk vinden voor het bereiken van overkoepelende doel. Dat is het realiseren van medegebruik binnen en buiten de windparken op zee, gericht op natuurherstel en duurzame voedselproductie, en op andere vormen van energieopwekking zoals golf-, getijde- of zonne- energie”, zegt Scheidegger.
Wie zijn er betrokken?
Samenwerken gebeurt in Noordzeekringen al sinds jaar en dag. Bij het oude NSEL-netwerk waren veel partijen aangesloten, denk aan ARK, Stichting de Noordzee, Informatiehuis Marien, Noordzeeloket, Stichting Natuur en Milieu, Noordzeeboerderij, Netherlands Maritime Technology (NMT), Nederlandse WindEnergie Associatie en Port4Innovation1.
Buytendijk vult aan: “Het initiatief voor de CoP Multi Use gebeurt mede namens de TKI's (Topconsortia Kennis en Innovatie), de Topsectoren Energie, Agri & Food en Water & Maritiem. De Topsectoren gebruiken onze bijeenkomsten bijvoorbeeld om beleidsontwikkelingen en innovatieve kennisbehoeften rond de meerjarige missie-gedreven innovatieprogramma’s (MMIP’s) te spiegelen.”
Op dit moment bestaat de CoP voor 25 procent uit ondernemers, waaronder zowel start-ups als gevestigde bedrijven. “Het is nadrukkelijk de bedoeling om dat percentage ondernemers te laten groeien. Uiteindelijk zijn het ondernemers die het Noordzeebeleid - en de inzichten uit onderzoeken- in de praktijk omzetten in bedrijvigheid.”
Waarover gaat het in de CoP?
Buytendijk vervolgt: “Bij onze CoP zitten alle partijen samen in één integraal netwerk. Beleidsmedewerkers, mensen van de topsectoren, onderzoekers, vertegenwoordigers van NGO’s en ondernemers trekken dus samen op. De onderwerpen zijn divers, het gaat van oesterbanken en zeewier tot energie uit golfslag en viskweek.”
Scheidegger vult aan: “Een van de pilots uit de CoP is WinWind. Daarbij wordt de commerciële vangst van kreeft en krab in een windpark onderzocht. Dit is het eerste experiment van passieve visserij in een windpark. Verder zijn er acht verschillende pilots gericht op herstel van schelpdieren. In de CoP stroomlijnen we de kennisuitwisseling en zorgen we voor samenwerking die nodig is om later te kunnen opschalen. Een bijzonder pilot is die van een zeewierteler, die zeewierteelt, passieve visserij en schelpdierherstel wil combineren. Een prachtig voorbeeld van medegebruik. Overigens blijkt het verkrijgen van de benodigde vergunningen wel een grote uitdaging. Daarom is dat ook een thema in onze CoP.”
Hoe verder?
Scheidegger: “Dit jaar staan er nog twee CoP bijeenkomsten op de rol. De eerste is tijdens de Noordzeedagen, georganiseerd door Rijkswaterstaat, begin oktober. Op de agenda staat het experiment WinWind, en er wordt aandacht gegeven aan de procedures die nodig zijn om ‘multi use’ mogelijk te maken. De laatste CoP bijeenkomst in 2019 is in november. Dan willen we terugkijken op het afgelopen jaar, en ophalen wat we nodig hebben voor de verdere realisatie van een duurzame blauwe economie met medegebruik als drijvende kracht. Last but not least: op de agenda staat dan ook ‘leren van de omringende Noordzeelanden’. Wat kunnen we leren van experimenten bij de buren?”
Meer informatie:
https://www.rvo.nl/actueel/videos/video-cop-blue-innovation-north-sea-2030