Vissers, natuurbeschermers en het Haaien & roggenplan
In het nieuwe Haaien- en roggenactieplan (2022-2027) gaan visserij- en natuurbeleid prima samen. De uitvoering van het plan gaat zorgen voor een win-win situatie voor zowel natuurorganisaties als de visserij, voorspellen betrokken experts.
Dat de verschillende partijen het onderling snel eens kunnen worden, komt omdat de meeste haaien en roggen commercieel gezien (nog) niet interessant zijn. Maar dat maakt de problematiek niet minder urgent, zo blijkt.
Onbekend maakt onbemind
In het Nederlandse deel van de Noordzee komen zo’n twaalf verschillende roggen en acht verschillende haaien voor. Maar het gaat niet goed met veel haaien en roggen in de Noordzee. Dat blijkt uit de eerdere evaluatie van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (2021). Vooral de ruwe haai heeft het zwaar.
Haaien en roggen worden hoofdzakelijk als bijvangst gevangen in de gemengde visserij op platvis. De gevolgen hiervan variëren: sommige populaties haaien en roggen herstellen zich daarna goed, maar dat geldt niet voor alle soorten. Dat heeft te maken met de voortplantingsstrategie. Die verschilt van soort tot soort.
Sommige haaien en roggen blijken kwetsbaar te zijn voor visserijactiviteiten. In die gevallen kan de visserij een belangrijke rol spelen in het voortbestaan van zulke soorten.
Visserij heeft kennis nodig
Omdat haaien en roggen een geringe commerciële waarde vertegenwoordigen, is er relatief weinig onderzoek naar gedaan. Deskundigen zeggen nog maar weinig te weten over de levenscyclus, de voortplantingsstrategie, de populatiestructuur en rol van haaien en roggen in de Noordzee. Ook de effecten van elektromagnetische velden in offshore windparken en incidentele bijvangsten, zijn nog grotendeels onbekend.
Dat moet dringend veranderen, want Nederland heeft zich gecommitteerd aan diverse internationale verdragen met daarin afspraken over de bescherming van haaien en roggen. Daarom wordt er op verschillende fronten onderzoek uitgevoerd of voorbereid, zowel vanuit Gemeenschappelijk Visserijbeleid als vanuit de Kaderrichtlijn Marien (KRM).
Om de verschillende acties en projecten te kunnen stroomlijnen, werkten vissers, natuurbeschermers en beleidsmakers de afgelopen jaren samen aan het Haaien- en roggenactieplan (HAP). Het plan is op 7 februari aangeboden aan de Tweede Kamer. Wat ging eraan vooraf?
Belang van extra maatregelen
Om aan internationale verdragen te kunnen voldoen, heeft Nederland zich tot doel gesteld om haaien- en roggenpopulaties in de Noordzee te herstellen. In 2027 moet het beter gaan met deze soorten. Daartoe is recent het tweede Haaien- en roggenactieplan opgesteld, dat loopt van 2022 tot 2027.
In het eerste Haaien- en roggenactieplan (2015-2021) waren al verschillende maatregelen benoemd, zoals communicatie en educatie, vermindering van ongewenste bijvangsten, en het verhogen van de overleving van haaien en roggen. Van deze afgesproken acties zijn er nu vier volledig uitgevoerd, vijf acties gedeeltelijk, en er staan nog zeven acties open. Die worden daarom meegenomen in het tweede HAP.
Beleidscontext
In het HAP staan afspraken die bindend zijn vanuit allerlei richtlijnen, conventies en wettelijke richtlijnen. Het HAP maakt deel uit van zowel de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (ministerie IenW), de Habitatrichtlijn en het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (ministerie LNV). Vanuit Nederland is het ministerie van LNV verantwoordelijk om te zorgen dat Nederland voldoet aan die wettelijke afspraken.
Last but not least: het HAP speelt een prominente rol in de afspraken over soortenbescherming in het Noordzeeakkoord (afspraken 6.8 tot en met 6.12). De uitvoering daarvan vindt plaats in het Noordzeeoverleg.
Pijlers van het 2e HAP
Voor het tweede HAP er was, ging er heel wat water door de zee. Witteveen+Bos heeft in opdracht van het ministerie LNV verschillende werksessies en consultatierondes georganiseerd. De uitkomsten van die werksessies zijn bij elkaar gebracht in een programma van eisen. Dit programma van eisen is geconcretiseerd in het Haaien- en roggenactieplan 2022-2027.
Programma van eisen als uitgangspunten van het HAP:
- Ontwarring van het groeps-TAC (visquota). Nederland dient zich in de internationale visserijpolitiek hard te maken voor een ontwarring van het groeps-TAC. Specifiek moet het loskoppelen van het TAC voor stekelrog worden uitgelicht.
- Educatie over soortenkennis voor de visserijsector. Er moet effectieve educatie komen voor vissers, afslagmedewerkers, en voor handhavers van de NVWA.
- Ongewenste bijvangst. De rol van bijvangst in relatie tot de populaties van haaien en roggen moet in kaart gebracht worden. Hierbij moet ook de bijvangst in de pelagische visserij betrokken worden.
- Bescherming van bedreigde soorten. Momenteel zijn er aanvullende maatregelen noodzakelijk voor de bescherming van de ruwe haai. Nederland dient zich op internationaal vlak inzetten voor een vangstverbod en rapportageverplichting voor de ruwe haai;
- Ruimtelijke/ temporele maatregelen. Voorstel is om onderzoek te doen naar het belang van gebieden en momenten (seizoenen) in de Noordzee voor de levenscyclus van haaien- en roggensoorten.
- Bewustwordingscampagne. Voer een bewustwordingscampagne met als doel om het Nederlands publiek bekender te maken met haaien en roggen, en maak de rol van de visserijsector daarin duidelijk.
- Sociaaleconomische implicaties. Laat voor het Haaienactieplan een uitvoeringsanalyse of uitvoeringstoets uitvoeren, waarin ook economische en sociale aspecten van het Haaienactieplan worden gewogen.
- Onderzoeksagenda. Coördineer onderzoek naar haaien en roggen vanuit het ministerie en stel een agenda op voor de lange termijn.
Over de mogelijke maatregelen, zoals een vangstverbod voor bepaalde beschermde soorten, of een rapportageplicht in het geval van bijvangst, moet nog nader overleg plaatsvinden.
Datzelfde geldt voor het invoeren van bijvangstbeperkende maatregelen. Maar over één actie lijkt iedereen het eens: er moet meer onderzoek komen.
Meer onderzoek
Voor de ontwikkeling van een gezamenlijke onderzoeksagenda wordt er aansluiting gezocht bij onderzoeksprogramma’s vanuit het Europese Gemeenschappelijk Visserij Beleid, OSPAR en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM).
Daarnaast wordt aansluiting gezocht bij nieuw onderzoek vanuit het programma Monitoring Onderzoek Natuurbescherming Soortbescherming (MONS) en het Wind op zee ecologisch programma (WOZEP). Die onderzoeken zijn weliswaar niet gerelateerd aan het GVB, maar ze kunnen wel zorgen voor meer inzicht in hoe wij ons als Nederland kunnen inzetten voor het beschermen van haaien en roggen.
Wordt vervolgd…
Het HAP is inmiddels aangeboden aan de Tweede Kamer. Nu zal de minister van LNV de opdracht geven om het plan uit te voeren. Voor de uitvoering werkt het Rijk samen met de stakeholders.
Het Rijk blijft verantwoordelijk voor het behalen van de doelen van het GVB, de KRM en de habitatrichtlijn. Maar het technisch voorzitterschap van de uitvoering van het HAP komt te liggen bij de Nederlandse Elasmobranchen Vereniging.
Betrokken partijen hameren op de urgentie van de problematiek, en ze pleiten voor extra alertheid om te voorkomen dat de aandacht voor de bescherming van haaien en roggen niet wegzakt, ook niet als het plan straks eenmaal gepubliceerd is. Om te zorgen dat het onderwerp actueel blijft, wordt de uitvoering van het HAP elke twee jaar tegen het licht gehouden. Met andere woorden: wordt vervolgd…