Vergelijksstudie akoestische monitoringsapparaten bruinvissen afgerond
Zijn windparken op zee een geschikt leefgebied voor bruinvissen? Om die vraag te beantwoorden loopt er veel Wozep-onderzoek naar het gedrag van deze zeezoogdiersoort. Zo is er een meerjarig onderzoek in en rond windpark Borssele naar de mogelijke effecten op bruinvissen van dit offshore windpark. Met akoestische sensoren wordt op 14 meetstations in en buiten het park de aanwezigheid van bruinvissen gemeten. Een vergelijkingsstudie van twee soorten akoestische sensoren is onlangs afgerond. Deze studie heeft verassende nieuwe inzichten opgeleverd.

Bioakoestische bemonstering bij offshore windpark Borssele (illustratie: Jack Cowley)
De studie vergelijkt de vertrouwde CPOD (Cetacean Porpoise Detector) met de nieuwe, technologisch geavanceerdere FPOD (waarbij de F staat voor full waveform capture). Beide sensoren registreren de klikgeluiden, die bruinvissen maken om te navigeren, prooien op te sporen en met elkaar te communiceren. Omdat de CPODs in toekomstig onderzoek mogelijk worden vervangen door FPOD’s is met het oog op de continuïteit onderzocht in hoeverre de gegevens van CPOD’s vergelijkbaar zijn met de data die door de nieuwere FPOD’s worden gegenereerd.
Hogere detectiepercentages
Beide akoestische sensoren detecteren de activiteit van bruinvissen, maar de studie toont aan dat FPOD's hogere detectiepercentages, ook wel ‘kliks’, vertonen dankzij verbeterde technologie. Voor analyses op dagelijks niveau kunnen data van beide typen goed worden vergeleken. Een opvallend inzicht is dat de data een interessant patroon laten zien dat nog niet eerder is beschreven. In de lente detecteerden de beide typen sensoren relatief veel klikactiviteit overdag, terwijl dit in andere seizoenen vooral ’s nachts gebeurt. Wat hiervan de oorzaak is, is een vraag die in nader onderzoek beantwoord moet worden.
Vergelijkbare data, meer kliks
Omdat de FPOD’s betrouwbaar zijn en vergelijkbare data als CPOD’s opleveren maar met betere detectiepercentages, zal Wozep voor vervolgprojecten gebruik gaan maken van de nieuwere apparatuur. Bij projecten die al werkten met de CPOD zal dit type gebruikt blijven worden. Het uitgangspunt is dat er binnen één netwerk hetzelfde apparaat wordt gehanteerd, omdat omzetting van datasoorten nog niet mogelijk is.
De resultaten van deze studie zullen worden gebruikt in het ontwerp van een toekomstig Passive Acoustic Monitoring-netwerk zoals voorzien in het nog te bouwen windpark Doordewind. Verder zullen de resultaten worden gedeeld in het internationale netwerk van deskundigen.
Meer weten
Wageningen Marine Research heeft het vergelijkingsonderzoek één jaar lang uitgevoerd in opdracht van Wozep en in samenwerking met WaterProof B.V. als onderdeel van het Bruinvis Netwerk Borssele project.
Het rapport Comparison of the performance of CPODs and FPODs to describe harbour porpoise occurrence (pdf, 4.2 MB) is te vinden op het Noordzeeloket. Op de site is ook de duiding van de studie te vinden.