Input from workshop on bat fatalities from offshore wind

Op deze pagina vindt u een samenvatting van het onderzoek met uitleg over hoe de resultaten gebruikt worden. U kunt ook direct doorklikken naar het rapport:

Results of the workshop on predicting bat fatalities and offshore wind (pdf, 965 kB)

Aanleiding onderzoek

Tot nu toe is het niet mogelijk aanvarings- en populatiemodellen voor ruige dwergvleermuizen te ontwikkelen voor betrouwbare impactberekeningen. Dit komt door het ontbreken van goede kwantitatieve gegevens van de populatiegrootte, vlieghoogte op zee en voortplantingssucces. De huidige methodiek om de impact van een windenergie scenario te bepalen is gebaseerd op expert judgement en een doorvertaling vanuit destijds beschikbare landgegevens. In de methodiek wordt gewerkt met de aanname dat er 0-1 slachtoffer/turbine/jaar is. Inmiddels is er door uitgevoerd vleermuisonderzoek meer informatie beschikbaar gekomen over het voorkomen van de ruige dwergvleermuis (pdf, 7.5 MB) en de migratie van deze soort over de Noordzee (pdf, 37 MB). De ontwikkeling van de genoemde modellen is hiermee nog steeds niet haalbaar, maar de nieuwe inzichten bieden wel aanleiding om de huidige methodiek en met name bovenstaande aanname m.b.t. impact te evalueren en te actualiseren.

Methode

Wozep heeft een expertsessie georganiseerd om op basis van de actuele kennis de huidige aanname m.b.t. de impact van WoZ op vleermuizen gezamenlijk te beschouwen en te bespreken of aanscherping van deze aanname mogelijk is.

Tijdens deze sessie werd beoogd om:

  • tot een realistischere aanname voor het aantal te verwachten vleermuisslachtoffers per turbine per jaar te komen;
  • de huidige kennis te vertalen tot een relatief aantal te verwachten slachtoffers per (wind)gebied (relatieve impact factor). Hiermee wordt inzicht verkregen welke gebieden in welke tijd van het jaar de hoogste vleermuisactiviteit hebben (de zogenaamde spatio-temporele variatie van vleermuisactiviteit op zee);
  • de benodigde vervolgstappen in het onderzoek te kunnen formuleren,

Het verslag van de bijeenkomst is gereviewd door een aantal internationale vleermuisexperts.

Uitkomsten

In het rapport ‘Results of the workshop on predicting bat fatalities and offshore wind (pdf, 965 kB) ' worden de resultaten van de workshop beschreven. en aangevuld met verdere inzichten en feedback. Dit zijn de belangrijkste uitkomsten:

  • Om tot een wetenschappelijke onderbouwing te komen van de slachtofferaannames is meer onderzoek nodig naar populatiegrootte, migratiepatronen en gedrag in windparken. Hier wordt binnen Wozep aan gewerkt.
  • In het rapport worden twee duidelijke voorstellen gepresenteerd om tot een meer realistische aanname te komen voor het aantal sterfgevallen door windparken van vleermuizen op zee. Als eerste het verkennen van de Duitse methodologie: deze methodiek maakt gebruik van een conversiefactor om de lokale activiteit gemeten door batdetectoren te vertalen naar een aantal te verwachtten slachtoffers. Als tweede voorstel werd voorgesteld de ratio’s van migratie richting te gebruiken voor een inschatting van de sterfte/impact.
  • De experts geven aan dat de windsnelheid en -richting belangrijke parameters zijn die invloed hebben op de vleermuisactiviteit en daarmee aanvaringsrisico‘s. Ook het turbineontwerp (zoals rotorhoogte en tiphoogte) is van belang: grotere turbines kunnen meer sterfte per turbine veroorzaken, maar per windpark (minder turbines totaal) zullen er minder slachtoffers vallen. Daarbij kunnen windturbines belangrijke rustplaatsen zijn, wat de verblijftijd in het windpark verlengt. Dit heeft waarschijnlijk effect op de kwetsbaarheid van vleermuizen op zee.
  • De meningen van de experts verschillen over de hardheid van de temperatuurgrens van 7-8 graden Celsius, die bepalend is voor het moment van migratie. Ook waren de experts verdeeld over de vraag of er gebieden op zee zijn waar een lagere concentratie ruige dwergvleermuizen te verwachten is. Hiervoor is meer data over aanwezigheid van vleermuizen in het noordelijke deel van de Noordzee nodig.

Gebruik resultaten

De huidige redeneerlijn voor het aantal verwachtte slachtoffers per turbine per jaar wordt voorlopig aangehouden; er is onvoldoende kennis ontwikkeld om de aanname aan te passen. Het rapport geeft goede aanknopingspunten voor vervolgonderzoeken die nodig zijn om kennisleemtes over populatieschattingen, migratieroutes, gedrag in windparken en aanvaringrisico’s te verbeteren. De twee opties om de huidige aanname over slachtoffers te actualiseren - de ‘Duitse-methode’ en de ratio’s berekeningen - ziet Wozep als waardevolle output van de expertsessie. Als eerste vervolgstap zal Wozep de toepasbaarheid van de ‘Duitse-methode’ op de Nederlandse situatie gaan onderzoeken. Indien de uitkomst hiervan positief is, wordt vervolgens toegewerkt naar toepassing in KEC 6.0. Ook het tweede voorstel is een interessant concept wat zal worden opgepakt.


Tevens geeft dit rapport wederom aan dat het bepalen van de impact van offshore windenergie op vleermuizen complex is en de huidige kennisstand nog niet toereikend is om kwantitatieve doorrekeningen te maken zoals dat wel bij vogels gedaan wordt.

Het rapport is te vinden op: Vleermuizenrapporten - Noordzeeloket