Er wordt netjes gewerkt in de offshore windenergie
Cees Schaap is adviseur handhaving bij Rijkswaterstaat en houdt zich daarbij vooral bezig met windenergie op zee. Ook is hij de ‘liaison’ voor onder meer de Kustwacht. Jaap van den Hoed werkt bij de Kustwacht. Als hoofd nautisch beheer/vergunningen heeft ook hij te maken met windparken op zee. Ze vullen elkaar aan en weten elkaar te vinden. Dat blijkt wel als ze met enthousiasme uit de doeken doen wat hun werk inhoudt.
Dit is een serie verhalen van mensen die in hun werk te maken hebben met windenergie op zee. Cees Schaap doet de aftrap, Jaap van den Hoed neemt het stokje over.
Cees Schaap:
“Met een team van vijf mensen houd ik toezicht op de vergunningplichtige activiteiten op de Noordzee; dat wil zeggen op alles – behalve olie en gas – wat de bodem raakt of ingaat".
Voor wind op zee was ik betrokken bij de bouwfase van Borssele. Nu heb ik daarvan het beheer in handen en doe ik het toezicht op de bouwfase van windenergiegebied Hollande Kust (zuid). Eigenlijk ben ik een heel praktische man, ik wil lekker bezig zijn, mijn handen uit de mouwen steken. Vooral leuk vind ik daarom mijn betrokkenheid bij de bouw, de contacten met aannemers, het inzicht dat ik krijg in bouwprocessen. We mogen niet sturen, maar ik zit wel overal middenin en ben als adviseur een soort spin in het web.
‘Je moet een beetje gevoel hebben hoe het buiten op zee in z’n werk gaat’
Ik bekijk bijvoorbeeld de plannen die de vergunninghouder van een te bouwen windpark van tevoren moet opstellen. Daarin zet de vergunninghouder uiteen hoe hij bij de bouw, het beheer en ook bij de latere ontmanteling van het windpark rekening houdt met alle vereisten die gelden. Bijvoorbeeld over de hoogte van de turbines, de rotordiameter, de locatie van de funderingspalen, over de verlichting, de veiligheidsmaatregelen tijdens de bouw, de maatregelen om ecologische schade te beperken… onnoemelijk veel. Ik heb een technische achtergrond en weet veel van de wet- en regelgeving. Ik kijk of het plan daaraan voldoet en of de veiligheid gewaarborgd is. Daarna gaat het naar de andere adviseurs. Zo checkt de Kustwacht bijvoorbeeld de nautische markering en navigatieverlichting in het verlichtingsplan en checkt de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed of het archeologieplan voldoet.
Gevoel bij werken op zee
De Kustwacht geeft aan de voorkant advies, maar is ook aanwezig op zee. Zij voeren deels het toezicht uit, monitoren of dat wat is voorgeschreven ook wordt gerealiseerd. Met hun Kustwachtcentrum verkennen ze 24/7 op allerlei schermen het hele gebied. Zelf kom ik ook wel af en toe op zee. Want als je er niet komt is het moeilijk voor te stellen hoe het er in heel andere omstandigheden aan toe gaat. Ik ben in maart 2020 bij het heien van de funderingen door Ørsted in hun windpark Borssele aanwezig geweest. In augustus 2021 was ik erbij toen geheid werd door Vattenfall bij Hollandse Kust (zuid). We hebben steekproefsgewijs met een meetboei gemeten of het geluid overeenkwam met wat Vattenfall aangaf. In het heiplan van Vattenfall lees je dat er boeien worden neergelegd op een bepaalde locatie. Een schip is goed in staat om zich tot op de meter nauwkeurig te positioneren. Maar je hebt te maken met golfslag, stroming, bodemdiepte die variabel is. Dus in de praktijk is het lastig. Je moet een beetje gevoel hebben hoe het buiten exact gaat.
Er is veel vertrouwen
Er gebeurt natuurlijk ook wel eens iets wat niet voorzien is. In de eerder genoemde plannen die de vergunninghouder vóór de bouw indient, moet hij ook aangeven hoe hij het onderhoud gaat regelen en welke stappen genomen worden bij mogelijke incidenten. Je kunt nog zo goed onderhoud plegen, alles wat beweegt is onderhevig aan slijtage, er gaat wel eens wat stuk en in iets nieuws kan een kinderziekte zitten. Voor alle werkzaamheden anders dan regulier onderhoud moet weer een plan komen. Het is een hoog-over plan en als we twijfelen kunnen we doorvragen of op bezoek gaan bij zo’n vergunninghouder met de melding: jullie verwijzen naar document zus en zo, laat dat dan maar zien. Het gebeurt niet gauw, maar die middelen hebben we wel. Ze zijn meestal heel open en andersom werkt het ook zo: er is veel vertrouwen. Ze melden altijd netjes als er bijvoorbeeld een olielekkage is of een lamp niet brandt. Zolang dat vertrouwen er is, hoef ik niet alles tot in detail te weten.
Snel actie
Vóór de brand afgelopen oktober in een van de windparken in windgebied Borssele, is er ook brand geweest in een windpark in België. Ik dacht toen: dat gebeurt niet met de nieuwe generatie turbines. Maar helaas dus wél - dan moet je even schakelen. Dat hebben we ook snel gedaan. Ik onderscheid bij incidenten altijd een warme en een koude fase. In de warme fase moet je heel snel actie ondernemen: mensen in veiligheid brengen of waarschuwen, brandjes blussen. In de koude fase ga je andere betrokkenen informeren, de oorzaak van een incident achterhalen. En je gaat na wat we ervan kunnen leren: waar in de keten ging er iets mis, hoe ging het mis, is het een samenloop van gebeurtenissen? De brand in Borssele werd direct gemeld – een uur later waren we al met de vergunninghouder in overleg – en iedereen is snel in actie gekomen. Nu wordt er aan een plan gewerkt voor het herstel. Er is daar sprake geweest van veel hitte. Als er dan onderdelen ontmanteld worden, moet het wel veilig zijn. SodM [Staatstoezicht op de mijnen – red.] gaat overigens over de arbo-regels en dus de veiligheid van de mensen – zij hebben hierin het initiatief; we werken nauw samen.
Bij incidenten kunnen we handhavend optreden. Meestal, als er geen direct gevaar is, delen we waarschuwingen uit. De Kustwacht constateert bijvoorbeeld een verkleuring op een paal en het blijkt olie te zijn. Als dat dan niet gemeld is, is er in één keer een bom gelegd onder de relatie en krijgt het vertrouwen een deuk. Er volgt ook wel eens een boete. Bijvoorbeeld als in een windpark de verlichting niet blijkt te werken en de eigenaar daarvoor eerder al een waarschuwing heeft gekregen. Het zijn uitzonderingen, maar het kan gebeuren.
Meedenken
We zijn ook betrokken bij netten op zee; je hebt er een watervergunning voor nodig en het beheer van vergunningen ligt bij ons. Het net op zee Borssele met netbeheerder TenneT is pas een jaar operationeel. We hebben meer ervaring met de eerder voltooide windparken, waar het beheer van de transformatorplatforms en exportkabels bij de windparkexploitant zelf ligt. Eenmaal per jaar wordt de ligging van de kabels gecontroleerd. Die moeten voor de veiligheid 3 tot 1 meter onder de grond liggen. De zeebodem is dynamisch, dus daar kan verandering in optreden. Stel dat een kabel op 1,05 meter ligt, dan is het op de rand van veiligheid. We houden in zo’n geval de trend in de gaten. Dat wil zeggen dat als de situatie stabiel is, de netbeheerder er niets aan hoeft te doen. Herbegraven of afdekken met stenen is heel kostbaar – wij denken hierin mee en zijn niet uit op kapitaalvernietiging.
Zodra je merkt dat een beetje drukken genoeg is om beweging te brengen, hoef je niet altijd handhavend op te treden of daarmee te dreigen. Zoals ik al zei: er wordt netjes gewerkt in de offshore wind. De windparkeigenaren weten heel goed hoe het werk op zee uitgevoerd moet worden. Natuurlijk blijven we wel controleren.”
Volgende week is het de beurt aan de Kustwacht met het verhaal van Jaap van den Hoed.