De praktijk wijst uit dat alles op zee kan losslaan of stuk gaan
Jaap van den Hoed heeft als hoofd nautisch beheer/vergunningen bij de Kustwacht veel te maken met windparken op zee. Zodra de bouw van een offshore windpark concreet wordt, is hij aan zet. Wat hem vooral aanspreekt: ‘De balans vinden tussen de nautische veiligheid op zee en de praktische uitvoerbaarheid van regels en voorschriften’. Hij doet uit de doeken wat zijn werk bij de Kustwacht inhoudt.
Dit is een serie verhalen van mensen die in hun werk te maken hebben met windenergie op zee. Eerder nam adviseur handhaving Cees Schaap van RWS het woord, lees ook zijn verhaal: ‘Er wordt netjes gewerkt in de offshore windenergie’
Jaap van den Hoed:
“Wij hebben met Rijkswaterstaat te maken als er nieuwe windparken komen. We toetsen de plannen van een nieuwe windparkeigenaar op juistheid en compleetheid en baseren ons daarbij op internationale wet- en regelgeving en aanbevelingen. Ons advies aan Rijkswaterstaat dat daaruit volgt, wordt eigenlijk altijd een-op-een overgenomen. Zodra het concreter wordt, bijvoorbeeld bij de start of bouwfase van een windpark, kom ik in beeld. Niet alles is volledig beschreven in wetgeving. Dat geeft de Kustwacht enige speelruimte om daarin een goede balans te vinden; enerzijds de nautische veiligheid waarborgen en anderzijds rekening houden met de praktische uitvoerbaarheid. Dat is wat mij juist aanspreekt.
Een advies kan bijvoorbeeld zijn dat wij een guard vessel vereisen, een veiligheidsvaartuig. Daarmee zorgen we dat het zeevaartverkeer wordt gewaarschuwd wanneer werkzaamheden worden verricht binnen een windpark in aanbouw of bij andere werkzaamheden die de vlotte en veilige doorvaart van het scheepvaartverkeer kunnen hinderen. Zeker in nieuwe situaties, zoals afgelopen jaar toen bij Hollandse Kust (zuid) de funderingen werden geheid, kan het guard vessel bijdragen aan het voorkomen van aanvaringen. Er geldt een veiligheidszone rond een kavel, die ook op de zeekaart komt te staan. Zo’n actuele zeekaart is essentieel en verplicht voor de zeescheepvaart. Verder is op alle funderingen verlichting voorzien, zijn er misthoorns op de hoekpunten geplaatst en laten we markeringen aanbrengen; op die manier wordt voldaan aan de internationale aanbevelingen. Dit moet allemaal terugkomen in de plannen.
Blik van boven
In het begin van de bouwfase zenden we navigatieberichten uit. Verder monitoren we vanuit het Kustwachtcentrum of de veiligheidszone wordt gerespecteerd en houden we een oogje op het bestemmingsverkeer. Wij als kustwachteenheden krijgen ook wel specifieke taken van RWS. Bijvoorbeeld bij het heien van Hollandse Kust (zuid) kwam van hen het verzoek om de bellenschermen te controleren. Het gaat om een mitigerende maatregel om ervoor te zorgen dat het onderwatergeluid tijdens het heien binnen de grenzen van de vergunning blijft. We vliegen sowieso een aantal uur per dag over zee. In dit geval vliegen we dan over het te bouwen windpark met luchtwaarnemers van de Koninklijke Marechaussee, Rijkswaterstaat of de Douane en maken we foto’s van zo’n ‘bubblecurtain’. Bij Rijkswaterstaat vergelijken ze de momentopnames van de foto’s met de informatie over het heien van de bouwer – het is een soort puzzel. Als er op het moment van heien geen belletjes te zien zijn, gaan we navraag doen waarom de afgesproken mitigerende maatregelen niet zijn genomen. Bij Hollandse Kust (zuid) was dat overigens tot op heden allemaal in orde.
Aanvaring voorkomen
Afgelopen najaar dreigde een schip de veiligheidszone van de windparken in windgebied Borssele in te varen. De Kustwacht heeft, in samenwerking met onze ERTV [Emergency Response Towing Vessel – red.] en verkeerscentrale Steenbank, het schip op tijd kunnen waarschuwen en aanwijzing gegeven om van koers te veranderen. Het zou anders dwars door het windpark gevaren zijn. In de haven van bestemming stond een welkomstcomité klaar van Politie, Marechaussee, Douane en ILT. Het bleek dat ze op een open source-zeekaart voeren, waar het windpark niet op stond. Maar kennelijk keken ze ook niet naar buiten! Zo’n gebrek aan goed zeemanschap kan echt fout aflopen. Ze zijn aan de ketting gelegd en hebben proces-verbaal gekregen. Als waarschuwing is het de media ingegaan.
Alles op zee kan stuk
Wat nog nieuw is voor ons is onze adviesrol in medegebruik van een windpark, dus hoe we omgaan met de ruimtes tussen de turbines. Dat is uiteraard aan velerlei eisen gebonden. Neem alleen al de doorvaartpassages en corridors, waarmee je rekening moet houden. We zitten met de initiatiefnemers van medegebruik om de tafel; zo zijn we nu in contact met een organisatie die grote plannen heeft om in Borssele zeewierkweek te starten. Wij horen die plannen aan, zorgen voor verbinding met andere betrokkenen bij Rijkswaterstaat, stellen kritische vragen en geven advies. Op die manier zorgen we voor de ‘voorkook’. We vragen bijvoorbeeld of ze een idee hebben van de omvang van het werkverkeer tijdens het onderhoud van het windpark en hoe ze het werkverkeer waarschuwen voor hun aanwezigheid als medegebruiker. Of we polsen of ze weten dat als je met een reddingsboot met jet-aandrijving in het gebied vaart, je risico loopt dat je met de jet blijft steken in de vele trossen die er liggen. Het zal je maar gebeuren meer dan 12 mijl uit de kust!
Het draait allemaal om de veiligheid en je moet jezelf wel kunnen redden. De risico’s moeten beheersbaar zijn, of het nou gaat om zonnepanelen, zeewierkweek of welk medegebruik dan ook. Ze zeggen altijd: onze apparatuur gaat onder alle weersomstandigheden nooit stuk. De praktijk wijst uit dat alles stuk kan of los kan slaan op zee, of niet tegen de golfslag bestand is. Wij moeten hen dan overtuigen dat wij in de plannen willen terugzien wat ze doen als er onderdelen wél losslaan. Turbines kunnen wel een stootje hebben, maar je móét erover nadenken.
Het is een interessante fase want maatschappelijk is medegebruik steeds belangrijker. Met de week wordt de ruimte op zee minder. Daar moet je een goede modus in vinden. Omdat dit zo’n nieuwe ontwikkeling is en wij de zee zo door en door kennen, is het voor ons heel leuk om dit te begeleiden.
Dicht bij het vuur
Bij de Kustwacht komen alle meldingen van incidenten en bijzonderheden als het goed is binnen – wij zitten dicht bij het vuur. Elke ochtend hebben we een briefing over wat er de afgelopen 24 uur of het afgelopen weekend is gebeurd. Zo nodig waarschuwen we onze contactpersoon bij Rijkwaterstaat, bijvoorbeeld als een schip een lading heeft verloren of er is een partij drijvend hout waargenomen. Als we een trend zien moeten we er structureel iets aan doen. Daar hebben we Rijkwaterstaat als beheerder van de Noordzee bij nodig. Wij signaleren en ministeries maken aangepast beleid, dat dan weer terugkomt bij de Kustwacht. Tijdens de bouw van een windpark hebben we elke maand overleg met de vergunninghouder, Rijkswaterstaat en SodM. We gaan na wat de stand van zaken is en wat er de komende weken staat te gebeuren. Als overheid kunnen wij vragen stellen, advies geven of beslissingen met klem afraden.
Als een park eenmaal operationeel is, zoals Borssele, volstaan we met een regulier overleg eenmaal per kwartaal. Als ad hoc extra overleg nodig is, doen we dat. Het gaat allemaal heel soepel.”