Veilig in de vaart blijven: onderzoek brengt mogelijke locaties voor No Anchoring Areas in kaart
Het aanwijzen van No Anchoring Areas is een veiligheidsmaatregel voor de scheepvaart op de Noordzee. Dit zijn veilige gebieden voor schepen wanneer die niet kunnen ankeren of slechts korte tijd moeten wachten voordat ze de haven in mogen. Onderzoeksinstituut MARIN heeft nu in kaart gebracht waar er ruimte is voor mogelijke nieuwe No Anchoring Areas.
Ruimte voor nieuwe No Anchoring Areas
De Internationale Maritieme Organisatie (IMO) heeft op verzoek van de Nederlandse overheid een No Anchoring Area ingesteld ten noorden van ankergebied 5, bij de Maas approach richting Hoek van Holland. Deze No Anchoring Area wordt op 1 juli 2025 van kracht. Volgens het onderzoek van MARIN is er verder ruimte voor No Anchoring Areas boven de Waddeneilanden bij de Eemsmonding, en rond de havenmonding bij IJmuiden, de ankergebieden bij Rotterdam en het ankergebied bij de Scheldemonding. Wel hebben deze gebieden minder potentie als No Anchoring Area, omdat ze klein zijn of ver verwijderd van havens en vaargeulen. Dit maakt het voor de scheepvaart minder aantrekkelijk om er gebruik van te maken.
Rekening houden met Noordzee van de toekomst
De Noordzee wordt steeds voller. Er zijn naar verwachting maatregelen nodig om de scheepvaart ook in de toekomst voldoende ruimte te bieden, zoals bij ongunstige weersomstandigheden. Bij gebrek aan ruimte kunnen schepen de verkeersscheidingsstelsels gebruiken, maar het risico bestaat dat het daar te druk en dus onveilig wordt. Het onderzoek van MARIN voor MOSWOZ loopt hierop vooruit, door te onderzoeken of er meer geografische mogelijkheden zijn voor het aanwijzen van No Anchoring Areas.
Wat wordt er gedaan met de resultaten?
Binnenkort starten de gesprekken voor het nieuwe Programma Noordzee. Dit meerjarige programma beschrijft onder meer het beleid voor de ruimtelijke ordening van de Noordzee. Daarbij zullen de voorstellen van MARIN intern door Rijkswaterstaat beoordeeld worden. Dit kan er bijvoorbeeld toe leiden dat een van de voorgestelde gebieden wordt aangedragen als extra ruimte voor de scheepvaart voor situaties met slecht weer.