Even voorstellen: Vivian Baetens

Op 1 september 2023 begon Vivian Baetens als adviseur scheepvaartveiligheid MOSWOZ. Na jaren op en rond de Westerschelde te hebben gewerkt, zet ze haar kennis en ervaring nu in voor de Noordzee. ‘Ik hoop een bijdrage te leveren aan het vergroten van de scheepvaartveiligheid op de Noordzee.’

Vivian Baetens.
Vivian Baetens.

Baetens voer 9 jaar op vrachtschepen en was onder meer verkeersleider in Vlissingen en adviseur bij de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit (GNA). ‘Het voelt alsof ik nieuw ben bij Rijkswaterstaat, ook al ben ik 17 jaar in dienst. Dat komt omdat ik voor de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit werkte, waarbij alles geregeld was volgens het verdrag met België. Dus nu leer ik weer alles over inkoop, procedures en dat soort dingen.’

Wat doe je als adviseur scheepvaartveiligheid voor MOSWOZ?

‘Ik hoop een bedrage te leveren aan het vergroten van de scheepvaartveiligheid op de Noordzee. In het MOSWOZ-team ben ik thematrekker van Ankergebieden en sinds kort ook van Hydro/Meteo.’

Binnenkort heb je een gesprek met het KNMI over de nieuwste klimaatscenario’s, die schetsen hoe het toekomstige klimaat in Nederland eruit kan zien. Waarom is dat?

‘Dat doe ik om kennis te maken en de betekenis van de klimaatscenario’s voor MOSWOZ te bespreken. Het KNMI heeft de nieuwste klimaatscenario’s in 2023 uitgebracht. Ze helpen om het weer op land en zee te voorspellen. Het belangrijkste nieuws is dat het klimaat op zee niet echt verandert. De klimaatscenario’s voorspellen geen toename van extreme winden. In het gesprek stel ik verdiepende vragen over de verwachtingen op lange termijn voor de wind, het zicht en de wolken op zee. Daar staat namelijk weinig over geschreven in de klimaatscenario’s, maar deze zaken hebben wel impact op de scheepvaartveiligheid rondom en in de windparken.'

Met welke onderzoeken van het thema Hydro/Meteo houd je je op dit moment bezig?

‘Er staan nu twee onderzoeken op de agenda. Het eerste gaat over het risico van ijsvorming op windturbines. We weten dat op land ijsafzetting kan ontstaan op de rotorbladen van windturbines. Om te voorkomen dat dat ijs eraf vliegt, worden die windturbines stopgezet. Op zee ligt dat minder voor de hand, omdat het daar warmer is. Alleen zijn de windturbines daar wel veel hoger. Dus willen we uitzoeken of er misschien toch een risico is voor de scheepvaart.

Het tweede onderzoek gaat over wat schepen merken van windstoten en wolken in en rond windparken. Een windpark haalt energie uit de wind, dat heeft gevolgen. Als een zeilboot in de buurt van een windpark komt, neemt de wind af. Maar na doorvaart van het windpark neemt de wind weer toen en kan de windrichting variëren. Dat kan voor onvoorspelbare koerswijzigingen zorgen. Daarom willen we onderzoeken hoe de wind zich precies gedraagt in, rondom en boven windparken. Een ander voorbeeld van weerseffecten is dat door windparken laaghangende wolken kunnen ontstaan. Dat belemmert zoek- en reddingsacties, want je kunt dan mogelijk geen helikopter of vliegtuig inzetten. We willen dus ook onderzoeken waar die wolken vandaan komen en wanneer ze ontstaan. Dat helpt ons om beter te adviseren bij zoek- en reddingsacties.’

Wat staat er op de agenda voor Ankergebieden?

‘De komende tijd houd ik me vooral bezig met no-anchoring areas (NAA). Als het hard waait, kan het zijn dat het anker het niet langer houdt en het schip gaat driften. In sommige gevallen kan een kapitein besluiten boven een bepaalde windkracht niet te ankeren. Deze schepen moeten wel ergens naartoe: meestal varen ze dan mee in de verkeersbanen. Het probleem is dat het daar al druk is. Zeker wanneer er veel wind staat, want dan hebben de schepen extra ruimte nodig in een verkeersbaan. De komst van extra schepen uit de ankerbieden vergroot het risico op ongelukken. Nederland heeft daarom een voorstel voor no-anchoring areas ingediend bij de Internationale Maritieme Organisatie (IMO). Hier kunnen schepen bij harde wind veilig buiten de verkeersbanen blijven. We hopen dat IMO het voorstel goedkeurt om zo meer ruimte voor de scheepvaart te maken.’

Wat vind je leuk aan je werk?

‘Ik vind het leuk dat ik elke dag weer iets leer en de kans krijg om mezelf verder te ontwikkelen. Ook leuk is dat ik me kan verdiepen in internationale ontwikkelingen in de scheepvaart. Denk aan smart shipping en de energietransitie op zee, zoals het gebruik van waterstof door schepen, maar ook de productie van waterstof op zee.’