Medegebruik

Een van de uitgangspunten van het Noordzeebeleid is meervoudig ruimtegebruik. Dit is ook een van de toetselementen (toets 2) van het Afwegingskader activiteiten op de Noordzee. In de gebieden die zijn aangewezen voor activiteiten van nationaal belang geldt dat andere activiteiten dit gebruik niet mogen belemmeren.

Vergunningverlening ruimtegebruik Noordzee

Een rechtmatig gebruiker van (een deelgebied van) de Noordzee heeft geen alleenrecht op het algehele gebruik van het betreffende gebied. Hij heeft alleen het exclusieve recht in het afgebakende gebied voor de activiteit waarvoor vergunning is verleend. Er is dus ruimte voor medegebruik, mits de eerste initiatiefnemer daarvan geen onevenredige schade of hinder ondervindt. Nieuwe initiatiefnemers treden in eerste instantie in overleg met gevestigde initiatiefnemers om afspraken te maken over het mogelijk naast elkaar uitvoeren van de verschillende activiteiten. De ervaring leert dat deze vorm van planvorming voor de Noordzee goed werkt. De rijksoverheid hecht grote waarde aan het zoveel mogelijk in de voorfase afstemmen van de verschillende gebruiksfuncties in het gebied. Ze houdt daar als bevoegd gezag zoveel mogelijk rekening mee bij het maken van de uiteindelijke afweging, ook als de initiatiefnemers er in de voorfase onderling niet uitkomen.
De overheid beslist daarbij ook over de voorwaarden waaronder de initiatieven in hetzelfde gebied mogelijk zijn. (Zie hierover ook Programma Noordzee 2022-2027, Hoofdstuk 9).

Medegebruik van windenergieparken

Het streven naar meervoudig ruimtegebruik geldt in principe voor álle gebruiksfuncties. In de praktijk bieden windenergieparken de meeste kansen. Zij bestrijken samen een groot zeeoppervlak, terwijl tussen de windturbines in de parken veel niet gebruikte ruimte ligt. Zie ook ‘Medegebruik Windenergieparken’.