Population genetic structure and genetic diversity of Pipistrellus nathusii along the Dutch coastline during the autumn migration period
De ruige dwergvleermuis migreert tussen broedgebieden in Oost-Europa en overwinteringsgebieden in Zuid- en West-Europa en steekt daarbij de Noordzee over. Daar ondervinden deze dieren mogelijk hinder van het toenemende aantal windparken. Om de gevolgen van de uitrol van windenergie op zee op de populatie te kunnen inschatten, is inzicht nodig in de populatiegrootte van deze vleermuissoort. Daarom is Wozep in 2020 gestart met een genetisch onderzoek door vier jaar lang genetische monsters te verzamelen. Uit het onderzoek blijkt dat de huidige populatie niet bestaat uit subpopulaties en een goede genetische diversiteit bevat. Ook blijkt dat de samen reizende vrouwtjes en juvenielen geen verwantschap hebben. Wel zijn er signalen dat de genetische diversiteit over de jaren heen langzaam aan het afnemen is, wat duidt op een mogelijke populatieafname.
Het rapport van het project, uitgevoerd door Wageningen Marine Research (WMR), is te vinden: Population genetic structure and genetic diversity of Pipistrellus nathusii along the Dutch coastline during the auttumn migration period (pdf, 675 kB)
De data die ten grondslag liggen aan dit artikel zijn openbaar beschikbaar en kunnen worden opgevraagd via: Data sets overview | Offshore Wind Ecological Programme
Aanleiding onderzoek
Om de gevolgen van de uitrol van windenergie op zee op de populatie van de ruige dwergvleermuis te kunnen inschatten, is goede kennis over populatieomvang belangrijk. Dit is echter zeer complex; eerdere schattingen, gebaseerd op expertbeoordelingen, bevatten grote marges van onzekerheid. Een manier om wel enig inzicht te krijgen in de kwetsbaarheid van de populatie is door middel van genetische structuur en diversiteit. Wozep is daarom gestart met onderzoek naar de genetische diversiteit van de populatie. Het project had als primair doel het bepalen van de populatie-genetische structuur van ruige dwergvleermuizen die door de Nederlandse kustzone migreren. Het secundaire doel was om de verwantschap te bepalen van de samen reizende volwassen vrouwtjes en jongen (juvenielen). Die informatie geeft een beter beeld van de kwetsbaarheid van deze populatie waardoor we het effect van offshore windparken beter in kunnen schatten.
Uitkomsten
Het onderzoek toont aan dat de populatie tot één grote genetische populatie behoort zonder duidelijke substructuur. De effectieve populatiegrootte wordt op basis van de genetische diversiteit geschat op enkele honderdduizenden individuen, wat vergelijkbaar is met de eerdere schattingen op basis van expertbeoordelingen. De schatting bevat echter nog steeds een grote marge van onzekerheid, maar de aanvullend informatie over de genetische diversiteit geeft een indicatie van de kwetsbaarheid.
Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat er geen moeder-nakomeling-paren zijn aangetroffen, ondanks dat in 30 vleermuiskasten zowel volwassen vrouwtjes als juvenielen zijn aangetroffen. Dit wijst erop dat migratie waarschijnlijk genetisch bepaald is en niet actief wordt geleerd, wat juveniele vleermuizen extra kwetsbaar maakt voor sterfte door windparken.
Hoewel de genetische variatie op het moment nog duidt op een genetisch diverse populatie, laat de analyse van de genetische diversiteit over vier jaren heen wel subtiele signalen zien die wijzen op een mogelijke populatieafname. Een significante negatieve daling is echter niet aangetoond.
Gebruik resultaten
Nu we ervan uit kunnen gaan dat we de populatie als één zelfde populatie kunnen beschouwen, kunnen we eenvoudiger inschattingen maken van de impact van sterfte door offshore windparken op de gehele populatie. Dit kan gebruikt worden als één van de puzzelstukjes binnen de vleermuis-onderzoeksaanpak van Wozep. Daarbij impliceert het ontbreken van actieve leerprocessen tussen volwassen vrouwtjes en juvenielen dat elke nieuwe generatie kwetsbaar blijft voor dezelfde risico’s, zonder dat eerdere opgedane ervaring een buffer biedt.
De genetische indicatoren die gebruikt zijn in dit onderzoek bieden een manier om de populatiedalingen te detecteren. Gezien de beperkingen van akoestische monitoring en andere methoden, bieden genetische analyses voor Wozep een waardevolle aanvulling om de impact van windenergieontwikkeling op de populatie van de ruige dwergvleermuis te monitoren.
De huidige hoge genetische diversiteit geeft aan dat we te maken hebben met een relatief gezonde populatie, maar de dalende trend in genetische diversiteit kan erop wijzen dat de populatie wel steeds kwetsbaarder dreigt te worden. Voor een goede effectinschatting van windenergie op zee zal Wozep de komende jaren daarom het genetisch onderzoek voortzetten.