Zandwinning en Natura 2000
Jaarlijks wordt er gemiddeld 20 tot 22 miljoen kubieke meter zand gewonnen van de Noordzeebodem buiten het kustfundament (dieper dan NAP -20 meter). Het Noordzeezand dient voor het kustonderhoud van Nederland en als ophoogzand voor de bouw en infrastructurele projecten. Naar verwachting neemt met het verder stijgen van de zeespiegel de jaarlijkse behoefte aan zeezand geleidelijk toe. Bij winning en transport van dit zand wordt gewerkt volgens de eisen die gelden voor Natura 2000-gebieden zoals de Noordzeekustzone. Daarnaast wordt voortdurend onderzoek gedaan naar de effecten van zandwinning op de natuur op de Noordzee.
Een zandzuiger haalt niet alleen zand van de zeebodem, maar ook al het leven daarin, wat effect heeft op de voedselketen in zee. Bovendien vertroebelt zandwinning het zeewater en zorgen vaarbewegingen voor verstoring van de natuur. Deze effecten brengen risico’s met zich mee voor de Natura 2000-gebieden Noordzeekustzone, Voordelta en Vlakte van de Raan. Zo’n risico is bijvoorbeeld dat er minder voedsel beschikbaar is voor de zwarte zee-eend als schelpenbanken verdwijnen, of dat deze gestoord wordt tijdens het fourageren. Bij het opstellen van beheerplannen zijn de effecten van dergelijke risico’s onderzocht. Het rapport van dit onderzoek ‘Zandwinning in de Noordzee 2018-2027’ concludeert dat er geen aanwijzingen zijn voor significant negatieve effecten van zandwinning voor deze gebieden. Om ontbrekende kennis aan te vullen, wordt er vanuit het monitoringsprogramma ‘Zand uit zee’ doorlopend onderzoek naar gedaan door Rijkswaterstaat en de commmerciële zandwinbedrijven verenigd in Stichting La MER. Daarnaast is de Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) in 2022 met meerdere partners gestart met een gezamenlijk onderzoek naar de langetermijneffecten van grootschalige zandwinning uit zee.