Incidentenbestrijding

Rijkswaterstaat en de Kustwacht werken bij rampen en incidenten op de Noordzee nauw samen.  Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit en de zeebodem, de taken van de Kustwacht zijn Search & Rescue (SAR) en de nautische veiligheid van de scheepvaart. Deze operationele inzet wordt vanuit het meld- en informatiecentrum van de Kustwacht gecoördineerd.

Daarnaast zorgt Rijkswaterstaat Zee en Delta voor ondersteuning en advisering en de juridische afhandeling bij een incident. Ook coördineert Rijkswaterstaat onder meer de oliebestrijding op zee.

Het oliebestrijdingsvaartuig Arca op de Noordzee

Organisatie bij incidentenbestrijding

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) is coördinerend ministerie voor de Noordzee. Bij incidenten op zee is het ministerie van I&W het eerste aanspreekpunt en heeft de leiding. Bij incidenten op zee met uitstraling naar de landzijde, of waarbij andere ministeries een verantwoordelijkheid hebben (bijv. visserij) komt het Regionaal Beheerteam Noordzeerampen, onder leiding van de Hoofdingenieur Directeur (HID) van RWS Zee en Delta, voor afstemming en coördinatie bijeen. Dit interdepartementale team, dat gefaciliteerd wordt door het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC) van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, richt zich op de meer bestuurlijke en strategische aspecten rond een incident. In voorkomende gevallen neemt zij besluiten over zaken die de bestrijding belemmeren.
Bij incidenten op de Waddenzee of in het Scheldemonding is er een directe lijn met de bestuurlijke (land)kant, onder verantwoording van de betreffende veiligheidsregio’s. Rijkswaterstaat faciliteert bij de bestrijding van de effecten van een incident.

Samenwerking

Samenwerking Kustwacht en Rijkswaterstaat op de Noordzee

De organisatie en coördinatie van incidentbestrijding op de Noordzee (NZ) staat beschreven in het Incidentbestrijdingsplan Noordzee dat zijn grondslag vindt in de Wet bestrijding maritieme ongevallen. De incidentenbestrijdingsorganisatie voor de Noordzee (zowel Kustwacht als Rijkswaterstaat) is 24 uur per dag beschikbaar en komt in actie bij incidenten die effecten op de Noordzee hebben. Afhankelijk van het soort incident op de Noordzee wordt vanuit het Kustwachtcentrum  de verantwoordelijke organisaties, zoals RWS Zee en Delta, de veiligheidsregio en/of KRNM, geïnformeerd en betrokken.

Het Uitvoeringskader Bestrijding Olieverontreiniging Rijkswateren (pdf, 4.5 MB) (UBOR/2023) beschrijft onder andere hoe milieucalamiteiten op de Noordzee, Waddenzee en de Rijksbinnenwateren worden aangepakt. Het meest tot de verbeelding sprekend in de Rampen- en Incidentenbestrijding op zee is olieverontreiniging. Wereldwijd zijn er ongevallen met tankers gebeurd, die soms tot olierampen met catastrofale ecologische gevolgen hebben geleid. Maar ook bij andere incidenten wordt de incidentenbestrijdingsorganisatie ingezet. Bijvoorbeeld bij het redden van mensen, verlies van lading (containers, deklading), stranding van een schip, een aanvaring of brand aan boord. In alle gevallen is adequaat handelen geboden.

Verontreiniging op de kust

Uitvoeringskader Bestrijding Kustverontreiniging Rijkswaterstaat (UBKR)

Een aantal keren per jaar wordt de Nederlandse kust lokaal verontreinigd door bijvoorbeeld lading, olie en/of losse of verpakte chemicaliën. Verontreiniging kan schadelijk zijn voor de bodem en/of het mariene milieu, hinderlijk zijn voor de wandelaars of belemmerend zijn voor het reactieve gebruik van de kust.

Het Uitvoeringskader Bestrijding Kustverontreiniging Rijkswaterstaat (UBKR) is sinds oktober 2023 de opvolger van de Samenwerkingsregeling Bestrijding Kustverontreiniging Rijkswaterstaatdiensten (SBK). In deze interne Rijkswaterstaatsregeling staat de samenwerking tussen de verschillende regionale- en landelijke organisatieonderdelen van Rijkswaterstaat beschreven, voor verontreiniging waarvan de bron op zee ligt.

Het UBKR geldt voor de volgende verontreinigingen:

  1. Olie, bij hoeveelheden van meer dan 5 m3,
  2. Niet verpakte chemicaliën, bij hoeveelheden van meer dan 5 m3,
  3. Verontreiniging na maritieme ongevallen, bij hoeveelheden van meer dan 10 m3,
  4. Dode grote walvisachtigen of grote vissen, langer dan 5 m.

Rijkswaterstaat heeft bij categorieën 1, 2 en 4 de coördinatie en de leiding. Bij categorie 3, verontreiniging van het strand na een maritiem ongeval, kan Rijkswaterstaat op verzoek van de gemeente/veiligheidsregio assistentie te verlenen. Dit gaat altijd in overleg met betrokken gemeenten en andere relevante partijen.

Niet onder het UBKR vallen:

  • organisch materiaal zoals wieren, mosdieren, en afgeslagen helmgras dat niet verontreinigd is en reeds op de kust ligt voordat er zich een maritiem ongeval voordoet;
  • reguliere achtergelaten of aangespoelde afvalstoffen;
  • het verwijderen van niet gesprongen explosieven in het gemeentelijk ingedeeld gebied.
  • de aanpak van met olie besmeurde vogels. Hiervoor wordt verwezen naar de Samenwerkingsregeling afhandeling besmeurde vogels, de SBV;
  • de algemene aanpak van gestrande levende grote walvisachtigen (Cetacea). Het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit is verantwoordelijk voor het protocol: Stranding levende walvisachtigen. Voor strandingen van alle soorten zeezoogdieren kan men melding doen via Stranding.nl

Meer informatie over het UBKR is te vinden in het document: Wat doet Rijkswaterstaat bij een kustverontreiniging (pdf, 2.7 MB) van maart 2024.

Bonnagreement

Het Akkoord van Bonn is een Europees milieuverdrag waarmee tien regeringen, samen met de Europese Unie, samenwerken bij het aanpakken van de vervuiling van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen. De ondertekenaars van de overeenkomst zijn de regeringen van België, Denemarken, Franse, Duitsland, Ierland, Nederland, Noorwegen, Zweden, Engeland, Spanje en de Europese Unie.

Onderdelen van het akkoord zijn bijvoorbeeld:

  • Luchttoezicht. Een gecoördineerd programma voor toezicht op offshore olie- en gasinstallaties vanuit de lucht. Patrouillevluchten van individuele landen, die vooraf bepaalde routes bestrijken, worden gedurende het jaar om zo een ​​maximale dekking te bieden over de hele Noordzee.
  • Om ervoor te zorgen dat de best beschikbare technologie en technieken worden gebruikt voor surveillance en respons, delen de betrokken lidstaten informatie en werken ze samen aan een reeks onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's.
  • Oefenen en trainen. Ieder jaar zijn er verschillende soorten gezamenlijke oefeningen voor samenwerking bij de bestrijding van lekkages in zee om de kennis, planning, training en operationele tests actueel te houden.